dinsdag 9 februari 2016

Het is wat je er zelf van maakt

Het is carnaval. Dochterlief schmink ik tot Ninja Turtle. Het is de 3e dag op rij dat ze uit gaat. Ze gaat samen met een andere Turtle en de dames hebben er zin in. Het stormt en het regent, maar niets houdt het plezier tegen.
Het is 3.00 uur. Ze zal zo wel thuis komen en ik draai me nog eens om. Het is 4.00 uur en ze is niet thuis. De kroegen zijn al gesloten en het stormt enorm.
Ik draai me niet meer om. Het wordt later, of vroeger; het is maar hoe je het bekijkt. Ik kijk op het scherm van mijn telefoon. Geen bericht...
Dan maar een app-je of alles oké is. Ik weet het, ze heeft er een hekel aan als ik haar berichten stuur als ze uit gaat, maar ik kan mij niet bedwingen. Ik bedenk hoeveel alcohol je in kan nemen in, pak weg, 5 uurtjes en hoeveel vreemde snuiters er rondlopen.
Nog geen blauwe vinkjes...
De storm woedt niet alleen buiten, de ongerustheid raast door m'n hele lijf. Ik bedenk dat er heel wat kan gebeuren op het stukje vanaf het huis van haar vriendin, tot thuis. Ik vraag me af welke straat ze door zal gaan. Waar ik straks moet gaan zoeken. Een beetje wankel door de drank, fietst ze vast niet stevig door de storm. Ze zal toch niet ergens liggen? In de regen, op straat?
Het wordt nog erger voor haar; ik bel...
Na zes keer de voicemail te horen staak ik dit. En controleer de vinkjes.
Ik zit rechtop, Nu.nl heeft niets nieuws meer te melden en FaceBook ligt op één oor.
Dan hoor ik iets. Bonken op de poort. O nee; is dat kind weer haar sleutels kwijt en waarschijnlijk ook haar telefoon. Of het lukt niet om het sleutelgat te vinden. Een hoop gerammel aan de deur. Ik spring mijn bed uit, doe mijn badjas aan en storm de trap af. Het is toch wat met dat kind; én maar uitgaan én maar drinken én maar geen rekening houden met mij. Ik pak de sleutels, open de deur en stamp de hoek om.
En daar kijk ik in het vrolijke gezicht, met een mooie lach, van een jongen met een rare muts op zijn hoofd. Hij heeft mijn, overigens vrij nuchtere, dochter thuisgebracht. Ik steek mijn hand op en zorg dat ik vlug weer boven kom. Mezelf streng toesprekend val ik in slaap.

Regelmatig spreek ik een melder die last heeft van de eigen ideeën. Net als mijn zelf gecreëerde denkbeelden zitten deze vast en zijn niet meer te bewegen tot andere gedachten. Het werk wordt er niet leuker op en is bijna niet meer op te brengen. Niets gaat goed en de zenuwen vieren hoogtij. De laatste strohalm wordt aangepakt; het inschakelen van de Vertrouwenspersoon. In het gesprek zie ik uiteindelijk een glimlach verschijnen, bij het bewust worden van het spook. Op dat moment ziet de melder een eigen jongen met een rare muts. Vanaf dat moment zal de rust terug gaan keren en kan een situatie gaan veranderen. Mijn melder wordt milder en kan, stap voor stap, aan de slag gaan met de onstane situatie, de betrokken mensen en de zelf gecreëerde denkbeelden.

Dankjewel jongen met je mooie lach en rare muts, voor het laten zien van mijn innerlijke spook.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten